Een rups heeft een beperkt bestaan, voortkruipend langs rechte of gebogen lijnen etend of op zoek naar eten. Als de rups voldoende gegeten heeft spint en weeft hij zichzelf een cocon. In deze cocon vormt de rups voor zichzelf de geschikte omgeving voor een gedaanteverwisseling. Het kruipt als vlinder uit de cocon om vervolgens kortstondig een fladderend leven te leiden in de lucht en op bloemen en planten, op zoek naar voedsel en een partner voor voortplanting.
Wij mensen zijn ons bewust van ons leven en de weefsels die wij spinnen en weven voor onze bescherming. Welke metamorfosen ondergaan wij daarbij? Daarover schrijf ik meer op mijn andere blog, Denken voor Dummies, zie mijn bericht "De onrust van de vlinder".
Detail van het Alhambra |