donderdag 21 november 2013

Wat wij weven

Als mensen denken we altijd in metaforen die passen bij de wereld waarin we verkeren. Zo is nu het wereldwijde web een fraaie metafoor voor wat wij weven. De harde schijf heeft al een beetje afgedaan, de plaat is grijsgedraaid, de stoom is afgeblazen, het paard is achter de wagen gespannen. In de tijd van Plato was de bespannen strijdwagen de meest geavanceerde high tech die je kon voorstellen.
Geen wonder dat Plato deze in zijn beeldspraak gebruikte. Beeldspraken verdwijnen ook weer, maar kunnen ook een eigen leven gaan leiden en steeds verder met betekenissen overladen raken, zoals bijvoorbeeld die van de voorgespannen paarden bij Plato, zie de lemma over de ziel in Wikipedia.

Kortom, ik ben mij bewust van de beperkte houdbaarheid van een beeldspraak en de tijdgebonden geldingskracht ervan, de beeldspraak van weefsel heeft voor mij een grote mate van "elasticiteit " die deze beeldspraak extra bruikbaar maakt.

Deze blog wil gaan over het menselijk handelen, het doen. Wij mensen zijn in ons handelen op elkaar en op de wereld rondom ons betrokken. Resultaat van ons handelen is dan ook ofwel een gewijzigde verhouding met elkaar en de wereld rondom ons, of een geschapen artefact, of beide. Wij laten de wereld nooit onberoerd. De door ons gewijzigde wereld vormt weer uitgangspunt voor hernieuwd handelen, met op haar beurt weer gewijzigde verhoudingen, en zo gaat dit voort, generatie op generatie. Wij vormen artefacten, wij vormen elkaar, maar wij worden ook gevormd door de wereld rondom ons, onze medemensen en de artefacten die ons worden overgeleverd.

Neen het vuur. Ooit zijn wij mensen overgegaan tot het cultiveren van het vuur, om daarmee ons voedsel te bereiden, ons te beschermen en verdedigen tegen belagers en ons warmte te bieden. Een theorie die nu opgang doet is de theorie dat wij met de bereiding van voedsel met de hulp van de warmte van het vuur  in staat waren tot een lichtere spijsvertering.
Promotheus steelt het vuur van de goden
Rauw eten verteren kost gewoon enorm veel energie. Met de hulp van het vuur hadden we ons spijsverteringsstelsel bij wijze van spreken geexternaliseerd. Een gevolg hiervan kan zijn geweest dat we in staat waren om meer energie vrij te maken voor de activiteit van ons centrale zenuwstelsel, van onze hersenen. Daarmee konden we in de loop van veel generaties evolueren naar mensen met een grotere herseninhoud en meer intelligentie. En met deze intelligentie konden we de oor de cultivering van het vuur ingeslagen weg vervolgen waarin we de wereld rondom ons naar onze hand zetten. Ons handelen is erop gericht om de wereld naar onze hand te zetten, ons te verzekeren van een door ons gewenste uitkomst van de omstandigheden. Zoals wij ons die voorstellen met behulp van ons uitgebreid voorstellingsvermogen. Waarbij de omstandigheden die we naar onze hand zetten de omstandigheden zijn die ons weer vormen.

Dit voorbeeld voor het vuur is in beginsel het patroon voor al ons handelen en al onze artefacten. ik zelf noem dat de wet van de onverwachte neveneffecten: wat we in ons handelen ook doen of laten, we overzien nooit al de effecten die dit handelen teweeg brengt. Beschouw deze wet als een meer abstracte en algemene vorm voor de wet van de remmende voorsprong en de wet van Murphy.

Wij, als mensen geevolueerde wezens, kunnen hiermee verschillende stadia onderscheiden in onze evolutie. Stadia die wij onderscheiden maar die in werkelijkheid natuurlijk onscheidbaar en gelijktijd doorwerken.

  • Een stadium van genetische evolutie op basis van genetische informatiedragers, de biologische evolutie
  • Overigens is er reden genoeg om voorafgaand aan en samengaand met deze biologische evolutie een fysieke evolutie van het ons bekend universum te veronderstellen. 
  • En een stadium van culturele evolutie waarin de taal, en de artefacten die wij maken, ons vormt. Het is een menselijke variant van het biologische begrip co-evolutie. Om hierin eenduidig een informatiedrager zoals in de genetische evolutie te onderscheiden is moeilijk, er is een begrip voor geintroduceerd, de meme. Ik betwijfel de bruikbaarheid van het begrip meme, het suggereert dat de mechanismen die onderscheiden worden in het patroon van biologische evolutie ook bruikbaar zouden zijn voor het begrip van culturele evolutie en dat wil ik niet zomaar aannemen. 
Het onderscheiden van bouwstenen is sowieso een arbitraire activiteit, of het nu gaat om atomen, genen of memem, het zijn modellen, projecties op een oneindige en onkenbare werkelijkheid, maar het suggereert een mate van determinisme die ons op het verkeerde been kan zetten, en regelmatig ook op het verkeerde been zet. Ook de biologische evolutie kent meer dimensies als de genetische, denk aan de symbiose die gevormd is door het samengaan van verschillende levensvormen in de vorm van een cel. Van de symbiose van cellen in meercellige organismen in wat wij biologische weefsels noemen, aan de symbiose van verschillende eencellige (bijvoorbeeld de darmflora) en meercellige levensvormen die ons leven als organisme mogelijk maakt.
Detail van een tapijt
Laten we onze culturen beschouwen als (onderling verweven) weefsels. En laten we de vorming van deze weefsels beschouwen als exponent van ons gedrag gericht op overleving en zelfexpressie van ons bestaan als organismen. En laten we van daaruit de weefsels bestuderen en de mechanismen trachten te onderscheiden die bijdragen aan de vormen waarin het weefsel zich uitbreidt, ons beschermt, ons verstrikt, ons vormt en ons vrijheid biedt.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten